donderdag 29 september 2011

Interval



tijd? vroeg goldenberg zich verwonderd af



en enkele dagen later,



nadat hij over de kwestie had nagedacht,



vond hij, is alleen maar het geheel in stukken snijden



en door de zintuigen, voegde hij eraan toe,



toen ze het er weer over hadden.

Uit: Konrad Bayer, het zesde zintuig. een roman, vert. Erik de Smedt, Uitgeverij IJzer, Utrecht, 2001.

maandag 19 september 2011

Collegetijd: staart (Anamnese, 6)

– Heb je nu alles verteld?
– Ik schat nog geen vijf percent.
– En de rest?
– Deels niet belangrijk genoeg gevonden, deels houdt het zich schuil in een hoek van het geheugen en deels (glimlacht) ... het verborgen leerplan, zullen we maar zeggen.
– Wat bedoel je daarmee?
– Dat je dingen op school leert die niet in het leerplan staan en die je ook niet van leraren hoort.
– Je maakt me nieuwsgierig.
– Soms dingen waar je met schaamte aan terugdenkt ... We hadden een oude aardrijkskundeleraar, meneer W. Hij had de wereld rondgereisd, wist heel veel, was de minzaamheid zelve en toch ...
– Vertel op!
– Hij kwam altijd met overjas en hoed de klas binnen, hing zijn jas aan de kapstok en legde zijn hoed omgekeerd op de vensterbank. Op een winterdag openden een paar leerlingen die het bord hadden afgeveegd het raam en stopten zijn hoed vol sneeuw. Hij was te verstrooid om er erg in te hebben. Toen hij bij het eind van de les zijn hoed opzette, droop het water langs zijn gezicht. Hij keek bedrukt maar zei geen woord. De hele klas gierde van het lachen.
– L'age sans pitié! Waren jullie altijd zo tegenover vakleraren?
– Gelukkig niet. Soms zorgden ze zelf ongewild voor hilariteit. Ik herinner me de altijd blozende scheikundeleraar meneer C., die toen een van de jongens hem met een schuin hoofd zat aan te kijken, zich met ongelukkig stafrijm versprak: 'Wat is 't, Bové, hebt ge ne stijve stek?' Waarna bleek dat hij nóg meer kon blozen.
– Dat vergeet je natuurlijk niet.
– Ach, er zijn zoveel figuren van wie ik me alleen maar iets herinner. Madame Jeanne bijvoorbeeld, een echte 'Brusselès' met haar verwarde haardos en eeuwige lichtblauwe nylon stofjas. Ze rookte te pas en te onpas sigaretten. Ik geloof dat ze de enige vrouw was die zelfs in de slotgangen van de paters mocht komen, ze kon geen kwaad. Of pater Verschueren van het beroemde woordenboek, die de leeftijd had bereikt waarop hij in de gangen zwijgend de planten mocht gieten.
– Dat is toch geen verborgen leerplan?
– Ik weet het nog zo niet. Je hebt op die leeftijd de neiging veel emblematisch te zien: voor mij belichaamden ze wat toen 'een remedie tegen de liefde' werd genoemd, respectievelijk de relativiteit van aardse roem.
– Leerde je ook dingen die je niet verondersteld werd te weten?
– (Glimlacht) Ik herinner me dat op een ochtend na het weekend Piet G. verslag deed van iets wat in een café in zijn dorp had plaatsgevonden: een wedstrijd om ter langst tongkussen.
– Hm, wel kras in die tijd.
– Ja, sommigen dachten nog dat het om een wedstrijd 'kussen op een ton' ging. (Ze lachen.)

zondag 11 september 2011

Genesis herzien



En God sprak: 'Er zij licht.' '... Er zij licht!' '... Er zij licht!!'
En er was licht.

donderdag 8 september 2011